PhotoFiltre Studio: Lagen

(gebaseerd op versie 7.2.1)

Vooraf: het grote verschil tussen PhotoFiltre en PhotoFiltre Studio is de optie lagen. Door met lagen te (leren) werken zijn complexere bewerkingen mogelijk. In deze les wordt voornamelijk de theorie besproken, zodat een optimaal werken met deze optie mogelijk wordt.

Lagen 1 = Achtergrond 2 = Afbeeldingslaag 3 = Tekstlaag
( Afbeelding © Antonio da Cruz)

 


  1. Eigenschappen van een laag:
    1. Een laag is vergelijkbaar met één blaadje uit een stapel papier;
    2. De laag die onderop ligt heet altijd Achtergrond en heeft niet dezelfde opties als een laag;
    3. Het aantal lagen is onbeperkt, het kan echter wél beperkt worden door het geheugen van de computer;
    4. Van iedere laag (behalve de Achtergrond) kan de dekking gewijzigd worden, zodat de laag eronder min of meer zichtbaar wordt;
    5. Lagen kunnen van plaats wisselen, maar de Achtergrond blijft altijd onderop liggen.
  1. Soorten lagen:
    1. Afbeeldlingslaag: bijv. de kopie van een andere afbeelding die als nieuwe laag op de Achtergrond is geplakt;
    2. Tekstlaag: ontstaat door het aanbrengen van tekst. Als men verdere bewerkingen wil uitvoeren moet de tekstlaag geconverteerd worden naar Afbeeldingslaag;
    3. Kleurlaag: neemt een kleur aan in een te bepalen dekking, zodat de laag eronder door die kleur wordt gezien;
    4. Aanpassingslaag: de laag eronder wordt aangepast op deze laag.
  1. Oefening:
    1. Open de afbeelding lieve.jpg;
    2. Open de afbeelding roos.jpg;
    3. Activeer roos: Bewerken - kopiëren;
    4. Activeer lieve.jpg: Bewerken - Plakken: er is een afbeeldingslaag bijgekomen met de naam laag 1. . (naam is gewijzigd i.v.m. deze les);
    5. De naam van een laag kan gewijzigd worden: rechtsklik op icoon van een laag en kies Laag hernoemen;
    6. Activeer het tekstgereedschap en breng een tekst aan: er komt een tekstlaag bij;
    7. Ga naar Laag - Nieuw - Kleur: er kom t een kleurlaag bij;
    8. Ga naar Laag- Nieuw - Aanpassen: er komt een Aanpassingslaag bij.
  1. De werkbalk Lagen: aan de linkerkant van het beeldscherm staan de iconen van de verschillende lagen:

  2. Lagen kunnen van plaats wisselen, maar de Achtergrond blijft altijd onderop liggen: zet de muis op een laag, houd linker muisknop ingedrukt en trek.
  3. Om te werken op een laag moet deze geselecteerd zijn: één maal op een icoon klikken met linker muisknop - er komt een gekleurde rand omheen; dubbelklik en het venster Opties van de betreffende laag komt tevoorschijn:

  4. Rechtsklik op een icoon; een snelmenu met tal van opties komt tevoorschijn.

  5. Het gereedschap Laagbeheer:
    1. Wanneer dit icoon geselecteerd is staan bij de opties daaronder een aantal opties die ook via het snelmenu bereikbaar zijn:



      Zichtbaar: zichtbaarheid laag aan- of afvinken
      Op slot: er kan geen bewerking op de laag uitgevoerd worden; de laag kan alleen hernoemd worden.
    2. Het is dus voor een aantal opties sneller om via het icoon Laagbeheer te werken.
  1. Sluit nu alle open Afbeeldingen af. We beginnen opnieuw met de optie Nieuwe laag. Om te oefenen openenen we de afbeelding Maas.jpg in PF Studio.
  2. Nieuwe Laag aanmaken: via Menu - Laag - Nieuw:.

    Nieuwe laag toevoegen

    een nieuwe laag aanmaken is alleen mogelijk als de afbeelding 16 miljoen kleuren heeft; m.a.w. als het icoon Geïndexeerde kleuren actief is.
    een nieuwe laag komt altijd boven de laag die op dat moment actief is.

    Geïnd. kleurenIs dat niet het geval klik op icoon ernaast: RGB
    1. Menu - Laag - Nieuw - Leeg: het venster Nieuw verschijnt met een aantal opties:
      1. De positie: handmatig of automatisch;
      2. De grootte.
      3. Standaard wordt deze laag met wit gevuld.
      4. Let op: als er op de laag eronder een selectie actief is, neemt de nieuwe laag de afmetingen van die selectie aan.
    1. Menu - Laag - Nieuw - Kleur: het venster Nieuw verschijnt met een aantal opties
      1. :Dekvermogen;
      2. Kleur;
      3. Omgekeerd (de tegenovergestelde kleur wordt gekozen).
    1. Menu - Laag - Nieuw - Aanpassen: het venster Nieuw verschijnt met een aantal opties:
      1. Dekvermogen;
      2. Helderheid;
      3. Contrast;
      4. Verzadiging;
      5. Gammacorrectie.
    1. Menu - Laag - Nieuw - Open als laag:
      1. Open afbeelding Lieve.jpg en deze wordt als nieuwe laag toegevoegd.
      2. Hetzelfde kan bereikt worden via Bewerken - Plakken, maar dit gaat sneller; zie bijv. punt 2a .
    1. Menu - Laag - Nieuw - Tekst: het venster Tekst verschijnt met alle gebruikelijke opties:
      1. Wanneer verdere bewerkingen op een tekstlaag moeten worden uitgevoerd moet deze omgezet worden in afbeeldingslaag: rechtsklik op icoon tekstlaag - en kies voor converteren
  1. Aan de linkerkant zijn in de werkbalk lagen een aantal iconen toegevoegd, voor iedere nieuwe laag een ander icoon.

    Iconen wekbalk lagen

  2. Sluit deze Afbeeldingen af. We beginnen opnieuw met de optie Nieuwe Achtergrond invoegen; een optie die heel goed van pas kan komen als je een Achtergrond waziger (minder dekking) wilt maken.
  3. Om te oefenen openenen we de afbeelding Limburg.jpg in PF Studio.
    1. Menu - Laag - Nieuwe achtergrond invoegen:
    2. In de werkbalk lagen is nu een nieuwe Achtergrond ontstaan en de afbeelding Limburg is tot laag gepromoveerd, met alle opties van dien!
    3. Selecteer laag 1 via icoon Laagbeheer  laagbeheeren breng de dekking terug tot bijv. 43%.



 


© Marga de Bruyne
www.oudje.nl
www.mijneigenfavorieten.nl/oudje