Het selectiegereedschap in PSP XI


Benodigde bestanden voor de les: nvt


1.   Het gereedschap voor selectie:

selecie

Opties voor gereedschap:
opties

2.   Een korte uitleg van het Palet Opties voor Gereedschap:

o        Selectietype: klik op het zwarte pijltje en maak een keuze uit de mogelijkheden;

o        Modus: Vervangen – toevoegen – verwijderen. Heel handig als je van een selectie iets wilt afhalen of eraan wilt toevoegen;

o        Doezelen: Met de doezelfactor stel je in hoe scherp de randen van de selectie worden. Door het aantal pixels te verhogen wordt de rand zachter en gaat bij plakken geleidelijker over in de achtergrond;

o        Anti-alias: door deze optie aan te vinken krijgt de selectie een gladde rand, doordat langs die rand een deel van de pixels wordt ingevuld zodat deze half doorzichtig worden .

2.   Menu - Selecties - Selecties omkeren is heel handig om achtergronden weg te halen (bijv. bij het maken van tubes/plaatjespenselen). Zorg er wel eerst voor dat de achtergrond een laag is (klik in het Palet Lagen rechts op Achtergrond en kies voor Laag maken van achtergrondlaag). Selecteer nu met de toverstaf een bepaald gebied - ga naar Selecties - Omkeren en de selectie wordt letterlijk omgekeerd, d.w.z. het eerst niet geselecteerde gebied is nu geselecteerd en dat gebied kun je nu met de functie "knippen" verwijderen, waardoor een transparant achtergrond is ontstaan.

3.   Selecties - Wijzigen - Uitbreiden: Via Selecties - wijzigen - uitbreiden kun je de selectie met een bepaald aantal pixels uitbreiden. De oorspronkelijke vorm van de selectie blijft behouden. Maar het kan ook anders!

4.   Maak een selectie in de modus Vervangen. Klik bij Modus op Toevoegen en voeg iets toe aan de al bestaande selectie.Klik de Modus Verwijderen aan en haal er iets af.

5.   Via Selecties - Wijzigen - Inkrimpen verklein je de selectie met een bepaald aantal pixels, waarbij de oorspronkelijke vorm behouden blijft. Maar ook hier kan dat anders.

6.   Selecties - Wijzigen - Doezelen: met de doezelfactor stel je in hoe scherp de randen van de selectie worden. Wanneer je langs de randen een vage rand maakt van een bepaalde breedte, krijg je een geleidelijke overgang tussen een selectie en het omringende gebied. De doezelfactor is de breedte van het overgangsgebied, uitgedrukt in pixels. Een hogere doezelwaarde zorgt voor zachtere randen, doordat er meer pixels worden gedoezeld.

7.   Specifiek gebied selecteren. Klik op Aangepaste selectie:

In het venster geef je de waarden/maten in (in pixels).

8.   Met het gereedschap voor Verplaatsen verplaatsen en de rechter muisknop kun je de selectie verplaatsen.
Via Afbeelding – Bijsnijden tot selectie kun je de selectie uitsnijden.

9.   Een selectie opslaan: Wanneer je een mooie selectie hebt gemaakt van bijv. een tekst en die wilt bewaren, ga je in PSP naar Selecties – Selecties laden/opslaan – Selectie opslaan op schijf en daar sla je de selectie op met een eigen naam.

10.        Opslaan in alfakanaal. Wanneer je een selectie niet definitief wilt opslaan, maar alleen voor eventjes, kun je dat doen in het alfakanaal: een grijswaardenkanaal voor het opslaan van selecties en maskers.Wanneer je stopt met PSP verdwijnt de opgeslagen selectie. Een selectie opslaan in het alfakanaal: ga naar Selecties – Selectie laden/opslaan – Selectie opslaan in alfakanaal.


İMarga de Bruyne
www.oudje.nl
www.mijneigenfavorieten.nl/oudje